Welstandsregimes voormalig Haarlemmerliede en Spaarnwoude
In de voormalige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude wordt in de welstandsnota onderscheid gemaakt in gebieden en objecten. De gebieden vormen de kern van het welstandsbeleid. De gemeente is verdeeld in gebieden met een eigen identiteit, zoals linten, woonwijken en bedrijventerreinen. Van deze gebieden is het ruimtelijk en architectonisch beeld beschreven gevolgd door een waardering en een verwachting over eventuele veranderingen. Deze bepalen de uitgangspunten voor de welstandstoets.
Net als te onderscheiden gebieden zijn er bescheiden objecten, die zich lenen voor vereenvoudigde toetsing. Voorbeelden daarvan zijn bijgebouwen bij en dakkapellen op een woning. Hiervoor zijn eenduidige en meetbare criteria opgenomen.
De volgende welstandsniveaus zijn van toepassing:
• gewoon, objecten soepel regime: er wordt getoetst aan redelijke eisen van welstand via vast omkaderde regels;
• gewoon welstandsregime: het gebouw in zijn omgeving maar ook als zelfstandig object, de architectonische benadering;
• bijzonder welstandsregime: het gebouw in zijn omgeving, als zelfstandig objecten daarnaast ook nog bijzondere onderdelen en details van het gebouw, de esthetische benadering;
• beeldkwaliteitsplan welstandsregime: in het gebied is een beeldkwaliteitsplan van toepassing.
Afhankelijk van de situatie wordt een welstandsregime gekozen dat overeenstemt met de aanwezige kwaliteiten. Op de interactieve kaart is aangegeven welk gebied onder welkregime valt.
Bij de beschreven welstandsregimes wordt in principe aangesloten bij al aanwezige kwaliteiten, andere zijn immers niet voorhanden. Dat betekent niet dat nieuwe ontwerpen uit principe moeten terugvallen op het idioom van de bestaande bebouwing, integendeel. Een nieuw gebouw mag en zal zich onderscheiden van aanwezige bebouwing, al was het maar omdat de gevel nog niet vervuild is.
De vraag of een ontwerp is gebaseerd op overeenkomsten of juist verschillen met aanwezige architectuur is een zaak van architect en opdrachtgever, tenzij daar in het architectuurbeleid van de gemeente Haarlemmermeer of in een beeldkwaliteitplan dwingende uitspraken over worden gedaan. Welstandscommissies mogen in ieder geval niet fungeren als vertegenwoordiger van een bepaalde architectuurstroming.
Overigens geldt – wanneer op een aanvraag meerdere regimes van toepassing zijn – het zwaarste regime.